16e eeuw / Valerius ‘Nederlandsche gedenck-clanck 1626
1.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik van duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood
Een prinse van Oranje
ben ik vrij onverveerd,
den koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
6.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer!
Op U zo wil ik bouwen,
verlaat mij nimmermeer!
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar te-aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt
Nieuwpoort 700 lied op de melodie van
Piet Hein die de zilvervloot overwon.
Daar aan de rand van de Alblasserwaard,
Ligt ’n stadje al zeven eeuwen.
Polder, rivier en de wallen rondom,
En daarboven de witte meeuwen.
Refrein:
Nieuwpoort, Nieuwpoort,
Voor ieder die het hoort.
Dat stadje viert nu feest ’n heel
bijzonder feest
Zoals er zelden een is geweest.
Een heel bijzonder en prachtig
herdenkingsfeest.
Vaak is het stadje door branden
verwoest,
Maar steeds weer uit de as herrezen.
Prachtige gevels,
stadhuis en de kerk.
Maar de Dam
mag er ook best wezen.
Refrein.
Poorters zijn best wel wat trots
op hun stad,
’n Gevoel dat herleeft bij de meesten.
Ieder doet mee zelfs van
heinde en ver,
Komt men hier om weer
samen te feesten.
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis, ja, ja,
Van je singela, singela, hopsasa.
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
Op het huis daar staat een vlag
Op het huis daar staat een vlag
Op het huis daar staat een vlag, ja, ja,
Van je singela singela hopsasa
Op het huis daar staat een vlag
Op het huis daar staat een vlag
Dat huis is niet gewoon
Dat huis is niet gewoon
Dat huis is niet gewoon, ja, ja,
Van je singela singela hopsasa
Dat huis is niet gewoon
Dat huis is niet gewoon
Het is een mooi paleis
Het is een mooi paleis
Het is een mooi paleis, ja , ja,
Van je singela singela hopsasa
Het is een mooi paleis
Het is een mooi paleis
Het is van ‘t koningspaar
Het is van ‘t koningspaar
Het is van ‘t koningspaar, ja, ja,
Van je singela singela hopsasa
Het is van ‘t koningspaar
Het is van ‘t koningspaar
In een blauw geruite kiel.
In een blauw geruite kiel
Draaide hij aan ’t grote wiel
De ga-a-a-anse dag
Maar Michieltjes jongens hart
Leed ondragelijke smart
A-ach, a-ach, a-ach, a-ach!
Als matroosje vlug en net
Heeft hij voet aan boord gezet
Dat hoo-hoo-hoo-hoorde zo
Naar Oostinje, naar de West
Jongens dat gaat opperbest
Hojo, hojo, hojo, hojo!
Daar staat Hollands Admiraal
Nu een man van vuur en staal
De schri-hi-hi-hik der zee
’t Is een Ruyter naar den aard
Glorierijk zit hij te paard
Hoezee, hoezee, hoezee, hoezee!